Logo Bijbelvers.net

Ruth 4:10



Statenvertaling
Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth, de Moabietische, de huisvrouw van Machlon, tot een vrouw, om den naam des verstorvenen over zijn erfdeel te verwekken, opdat de naam des verstorvenen niet worde uitgeroeid van zijn broederen, en van de poort zijner plaats; gijlieden zijt heden getuigen.

Herziene Statenvertaling*
Daarbij neem ik voor mijzelf Ruth, de Moabitische, de vrouw van Machlon, tot vrouw om de naam van de gestorvene over zijn erfe­lijk bezit in stand te houden, opdat de naam van de gestorvene niet zal worden uitgewist on­der zijn broeders en in de poort van zijn woonplaats. U bent vandaag getuigen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Ook Ruth, de Moabitische, de vrouw van Machlon, verwerf ik mij tot vrouw om de naam van de gestorvene op zijn erfdeel in stand te houden. Zo zal de naam van de gestorvene niet uitgeroeid worden uit zijn broederen en uit de poort zijner woonplaats. Gij zijt heden getuigen.

King James Version + Strongnumbers
Moreover H1571 ( H853 ) Ruth H7327 the Moabitess, H4125 the wife H802 of Mahlon, H4248 have I purchased H7069 to be my wife, H802 to raise up H6965 the name H8034 of the dead H4191 upon H5921 his inheritance, H5159 that the name H8034 of the dead H4191 be not H3808 cut off H3772 from among H4480 - H5973 his brethren, H251 and from the gate H4480 - H8179 of his place: H4725 ye H859 are witnesses H5707 this day. H3117

Updated King James Version
Moreover Ruth the Moabitess, the wife of Mahlon, have I purchased to be my wife, to raise up the name of the dead upon his inheritance, that the name of the dead be not cut off from among his brethren, and from the gate of his place: all of you are witnesses this day.

Gerelateerde verzen
Spreuken 19:14 | Spreuken 18:22 | Genesis 29:18 - Genesis 29:19 | Jesaja 48:19 | Spreuken 31:10 - Spreuken 31:11 | Éfeze 5:25 | Maleáchi 2:14 | Hoséa 3:2 | Psalmen 109:15 | Zacharia 13:2 | Genesis 29:27 | Deuteronomium 25:6 | Hoséa 12:12 | Jesaja 8:2 - Jesaja 8:3 | Jozua 7:9 | Psalmen 34:16 | Hebreeën 13:4