Statenvertaling
En zij zullen het gezicht des lands bedekken, alzo dat men de aarde niet zal kunnen zien; en zij zullen afeten het overige van hetgeen ontkomen is, hetgeen ulieden overgebleven was van den hagel; zij zullen ook al het geboomte afeten, dat ulieden uit het veld voortkomt.
Herziene Statenvertaling*
Zij zullen het oppervlak van het land bedekken, zodat men geen land meer kan zien. Zij zullen het overschot van wat aan de hagel ontkomen is, wat er voor u overgebleven is, opvreten, ja, zij zullen al de bomen die voor u op het veld opkomen, kaalvreten.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij zullen de oppervlakte van het land bedekken, zodat men het land niet zal kunnen zien; zij zullen de rest, het overgeblevene, dat u nog uit de hagelbuien gespaard is, afvreten, ja, alle bomen die op uw veld groeien, afvreten.
King James Version + Strongnumbers
And they shall cover H3680 ( H853 ) the face H5869 of the earth, H776 that one cannot H3808 be able H3201 to see H7200 ( H853 ) the earth: H776 and they shall eat H398 ( H853 ) the residue H3499 of that which is escaped, H6413 which remaineth H7604 unto you from H4480 the hail, H1259 and shall eat H398 ( H853 ) every H3605 tree H6086 which groweth H6779 for you out of H4480 the field: H7704
Updated King James Version
And they shall cover the face of the earth, that one cannot be able to see the earth: and they shall eat the residue of that which is escaped, which remains unto you from the hail, and shall eat every tree which grows for you out of the field:
Gerelateerde verzen
Éxodus 9:32 | Joël 2:25 | Joël 1:4