Statenvertaling
Maar elke vrouw zal van haar naburin, en van de waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen; die zult gijlieden op uw zonen, en op uw dochteren leggen, en gij zult Egypte beroven.
Herziene Statenvertaling*
Elke vrouw moet aan haar buurvrouw en aan haar huisgenote zilveren en gouden voorwerpen vragen, en kleren, die u uw zonen en dochters te dragen moet geven. Zo zult u Egypte beroven.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Iedere vrouw moet dan van haar buurvrouw en van haar huisgenote zilveren en gouden voorwerpen vragen en klederen, die gij uw zoons en dochters te dragen geeft; zo zult gij de Egyptenaren beroven.
King James Version + Strongnumbers
But every woman H802 shall borrow H7592 of her neighbour, H4480 - H7934 and of her that sojourneth H4480 - H1481 in her house, H1004 jewels H3627 of silver, H3701 and jewels H3627 of gold, H2091 and raiment: H8071 and ye shall put H7760 them upon H5921 your sons, H1121 and upon H5921 your daughters; H1323 and ye shall spoil H5337 ( H853 ) the Egyptians. H4714
Updated King James Version
But every woman shall borrow of her neighbour, and of her that sojourns in her house, jewels of silver, and jewels of gold, and raiment: and all of you shall put them upon your sons, and upon your daughters; and all of you shall spoil the Egyptians.
Gerelateerde verzen
Jesaja 33:1 | Job 27:16 - Job 27:17 | Psalmen 105:37 | Ezechiël 39:10 | Éxodus 12:35 - Éxodus 12:36 | Spreuken 13:22 | Éxodus 11:2 | Genesis 15:14